Het gebruik van mengteelten in akkerbouwsystemen staat bekend als intercropping of "companion cropping". Het bekendste voorbeeld is de "3 zusters"-aanpak uit de VS, waarbij maïs, bonen en pompoenen samen worden geteeld en zo steun, nutriënten en bodembedekking aan elkaar worden gegeven. Het telen van een graansoort om structuur te bieden voor erwten om op te groeien, is ook gekend (méteilmengsels). Een mengsel van vlinderbloemigen en een graansoort levert stikstof voor de graansoort en bij alle mengsels komen minder ziekten en plagen voor omdat ze zich minder snel verspreiden.
Mengsel maïs-boon (Hooibeekhoeve)
Uit de meeste proeven is gebleken dat de productie van percelen met een combinatie van gewassen 20-30% hoger ligt dan dezelfde gewassen die als monocultuur worden geteeld: Mengteelt voorjaarsveldboon (Vicia faba) en tarwe (Triticum aestivum) | Agricology (Engels).
De gewassen moeten voor de verkoop na de oogst worden gescheiden, maar ze kunnen ook als een volledig rantsoen voor het vee dienen. Er zijn ook aanwijzingen voor een verhoogd eiwitgehalte van tarwe wanneer deze samen met veldbonen wordt geteeld: Field Lab (innovativefarmers.org) (Engels).
De aanwezigheid van meer dan één gewas kan insectenplagen afremmen doordat ze zich niet gemakkelijk binnen het gewas kunnen verplaatsen. Doordat ze worden afgeleid door verschillende geuren en structuren of doordat ze onderdak bieden aan nuttige concurrenten. De verspreiding van ziekten wordt beperkt doordat de verplaatsing van het inoculum wordt vertraagd door verschillende planten.
Mengteelten verminderen ook de onkruidbelasting omdat het gemengde gewas de grond meer bedekt en minder ruimte biedt aan onkruiden. Verschillende plantstructuren maken een meer competitieve bodembedekking mogelijk.
Naast het onderdrukken van onkruid kunnen mengteelten ook worden gebruikt om het hele jaar door bodembedekking te verschaffen en voedingsstoffen te produceren voor volgende gewassen, zoals klavers in een levende mulch (samenzaai van klaver met de hoofdteelt).
In de akkerbouw worden zaden meestal samen geplant. Bij tuinbouwgewassen is het vaak mogelijk om in rijen of blokken met verschillende soorten te planten. Dit biedt veel van de voordelen van mengteelten, maar maakt het gemakkelijker om de gewassen te oogsten.
De meeste mengsels zullen samen in één keer worden gezaaid. Als de zaden verschillende plantdieptes nodig hebben, kan het nodig zijn in twee keer te zaaien, waarbij de diepste zaden het eerst worden geplant. Met directe zaaitechnieken of zaaimachines die zijn gekoppeld aan rijenwissers kan opeenvolgend worden gezaaid.
Gewassen kunnen samen worden geoogst, maar voor gecombineerde gewassen moeten de oogstdata samenvallen. De instellingen van de maaidorsers moeten wellicht worden aangepast om rekening te houden met verschillende zaadgroottes. Het kan nodig zijn de gewassen na de oogst te scheiden, tenzij ze voor diervoeder worden gebruikt. Sommige landbouwers hebben de maaidorsers aangepast om achtereenvolgens te kunnen oogsten, waarbij eerst het ene gewas wordt geoogst en enige tijd later het tweede gewas.
Meer informatie over het beheer van:
Méteil mengsel (Vlinderbloemigen en granen) (Hooibeekhoeve)