Inbreng van organische stof

Organische stof is de sleutel voor een goede bodemkwaliteit en -vruchtbaarheid. Het houdt verband met de chemische, fysische en biologische bodemkwaliteit. Wat de chemische bodemkwaliteit betreft, kunnen nutriënten worden gebonden aan en vrijgemaakt door organische stof in de bodem.

Organische stof heeft een lage dichtheid. Daardoor is het van groot belang voor de bodemstructuur (fysische bodemkwaliteit): het geeft de bodem een lichtere structuur waarin wortels zich gemakkelijker kunnen ontwikkelen en de bodem minder vatbaar is voor bodemverdichting. Organische stof geeft de bodem ook sponzige eigenschappen. Dit betekent dat er een betere waterinfiltratie is door een bodem met een hoog gehalte aan organische stof, wat leidt tot minder plassen op het veld en minder afspoeling. Op die manier vermindert de organische stof de watervervuiling. Maar tegelijkertijd wordt het water ook beter vastgehouden door de bodem, waardoor het in droge perioden langer beschikbaar blijft voor het gewas. Als laatste onderdeel van de fysische bodemkwaliteit leidt organische stof tot een betere vorming van korrels, die minder gevoelig zijn voor erosie, zowel door wind als water, en verslemping.

Tenslotte speelt organische stof een sleutelrol in het voedselweb van de bodem. Enerzijds zijn grotere dieren, zoals wormen, belangrijk bij de vorming van organische stof, anderzijds is de organische stof zelf voedsel voor het microbiële bodemleven. Een goed evenwicht in het bodemleven maakt de bodem meer vruchtbaar en minder gevoelig voor plagen en ziekten.  Daarenboven worden bodembewonende nuttige organismen gestimuleerd. Daarom kan de inbreng van organische stof gunstig zijn voor natuurlijke plaagbestrijding.

 

Interessante links: