Voordelen en zwaktes

Een belangrijke sterkte van inbreng van organische stof is de verhoging van het organische stofgehalte van de bodem. Daarnaast speelt het ook een belangrijke financiële rol en een sleutelrol in het principe van circulaire landbouw. 

Financieel

Door organisch materiaal op het veld te brengen, neemt het gehalte aan organische koolstof in de bodem toe. Dit heeft een positief effect op de waterregulatie in de bodem: het water kan gemakkelijker infiltreren en wordt door de bodem opgeslagen, waardoor het in droge perioden langer beschikbaar blijft voor het gewas. Deze betere waterregulatie resulteert in een hogere opbrengst.

 

Meer informatie:

 

Circulaire landbouw/kringlooplandbouw

Het gebruik van organisch materiaal is een manier om nutriënten op de boerderij of akker te houden, waardoor de nutriëntencirkel (meer) gesloten is.

  • Gebruik van stalmest houdt een product van hoge kwaliteit (zowel wat nutriënten als organisch materiaal betreft) op het bedrijf.
  • Oogstresten kunnen van het veld worden verwijderd. Door ze op het veld te laten liggen of in te werken, vormen ze een goede bron van nutriënten en organische stof.
  • Groenbedekkers kunnen worden gebruikt als vanggewas. Na de oogst van het hoofdgewas zijn er nog nutriënten beschikbaar in de bodem. Zonder een gewas om de nutriënten op te nemen, lekken ze uit naar het grond- of oppervlaktewater. Het vanggewas neemt deze nutriënten op. Na de winter wordt het vanggewas verwerkt. Op die manier blijven de nutriënten in de bovenste laag van de bodem en zijn ze beschikbaar voor het volgende gewas.
  • Wanneer op het landbouwbedrijf compost wordt geproduceerd, wordt dit gemaakt van materiaal dat rijk is aan organisch materiaal en nutriënten en dat anders van het landbouwbedrijf zou worden verwijderd.
  • Houtsnippers worden geproduceerd bij het beheer van heggen en/of bomen. Het gebruik van houtsnippers op het veld sluit de cirkel van nutriënten en organisch materiaal. 

 

Zwaktes

Organische stof is meer dan koolstof alleen. Onderzoekers hebben soms over organische koolstof in de bodem, dan weer over organische stof in de bodem, maar dit zijn verschillende manieren om dezelfde basiseigenschap van de bodem te meten.

De verhouding tussen koolstof en stikstof in een bodem heeft een invloed op hoe goed de bodem functioneert. Om in leven te blijven, hebben bodemmicro-organismen een koolstof-stikstofverhouding nodig van 24 delen koolstof (C) op 1 deel stikstof (N). Als die verhouding niet klopt, worden belangrijke macro- en micronutriënten geblokkeerd en wordt de nutriëntencyclus en de afbraak van gewasresten beïnvloed. Voor een evenwichtige C:N-verhouding is een diversiteit aan gewassen nodig.